Dag 17, 12 september, Craters of the Moon NM - Lowman



Op zich goed geslapen, maar we kregen het toch koud vannacht, dus de dikke deken erover. We zitten hier tenslotte ook op ruim 2000 m., al heb je niet dat idee. 

Na ontbijt e.d., mijn haar fΓΆhn ik in het sanitairgebouw, want we hebben geen stroom, rijden we om 08.35 uur bij 13 graden van de camping, meteen de loop op. De eerste echte stop is bij Inferno Cone, de beroemde zwarte, kale berg. Hij is minder hoog dan ik dacht, maar om mee te beginnen toch een die het nodige gehijg oplevert. Ooit waren we 18 en deden we dit fluitend.






Boven genieten we van het uitzicht en lopen even rond, want hij is plat van boven. De gaten waar ooit lava uit kwam zien we, zoals voorspeld, inderdaad niet. Naar beneden gaat gemakkelijker πŸ˜‰. Het is nog heerlijk rustig. Alleen een groepje van 4 jongens, waarvan 1 met een berecondiditie; hij sprint tegen de berg op en haalt het net niet helemaal tot boven, en 1 stel, is er niemand. De jongens vragen of we even een foto van hun willen maken. Wat een bijzondere omgeving toch hier.

We rijden een klein stukje verder en de volgende stop is bij de Spatter Cones waarlangs een pad naar boven loopt. Het is kort maar steil. Boven kijk je in de kleine krater waar vroeger de lava letterlijk uit spetterde. 

Ernaast ligt Snow Cone en verrassend genoeg doet hij zijn naam eer aan. Op de bodem ligt wat sneeuw. Blijkbaar altijd, gezien zijn naam.



Het pad splitst zich links naar de Snow Cone en rechts naar de North Crater Trail. Een lange heen en weer en wij doen er maar een stukje van. 






We bekijken de Big Craters en wat verderop, waar je over de berg heen kunt kijken en je de weg ziet, keren we om. Het is heerlijk weer om te lopen. Op de terugweg komen we de jongens van eerder weer tegen en ze maken een grapje over nog een foto boven πŸ˜„

Dan vervolgen we op ons dooie gemakje de loop en gaan nog even naar het visitor center. Helaas niet echt internet. Ik stuur toch een paar appjes, o.a. naar Nancy en zij antwoordt dat ze ons de 22e rond lunchtijd verwachten. Ze kunnen ons niet naar het vliegveld brengen, want ze vertrekken zelf de 24e al vroeg. Nu zouden we in de eerste versies van de route sowieso al niet bij hun langsgaan, dus daar komen we wel overheen. Wel moeten we goed gaan denken hoe we de laatste week en dagen in gaan vullen.



Om 11 uur vertrekken we naar Bonneville Campground in het Salmon-Challis NF, in de buurt van Lowman. Al snel na vertrek loopt de temperatuur op naar 24 graden, maar in de verte zien we donkere wolken. We rijden eerst over de 20/26/93 langs de zwarte vulkaanbergen en draaien daarna de 75 op. Bij Picabo hebben we getankt Γ  $4,99, 17,861 gallon = $89,29. 
Hailey is een wat groter plaatsje met een heus vliegveld waar een Delta vliegtuig staat. Sun Valley en Ketchum zijn wintersportdorpen. Ketchum (63 inwoners) ziet er leuk uit en je kunt er veel outdooractiviteiten doen, er zijn restaurants en noem maar op. Ze hebben volgende week ook een Oktoberfest. Lijkt me wat vroeg, maar je kunt het maar gehad hebben. 

Tot nu toe is de weg best druk, maar na Ketchum droogt het opeens op. Halverwege Ketchum en Stanley stoppen we voor een boterham en horen wat druppels op het dak. Als we weer rijden en amper 2 minuten onderweg zijn, krijgen we even een echte bui. De temperatuur is dan nog maar 14 graden en we vrezen voor de rest van de dag. Bij Stanley slaan we af naar de 21. Stanley wordt de "Gateway to 2,9 million acres of Idaho wildland" genoemd. Het weer klaart langzaam op. We genieten van de mooie route vandaag. Het is afwisselend; we rijden langs hoge bergtoppen zoals de Norton Peak, 10285 ft en aan de andere kant van de weg, die door een enorm dal loopt, de Castle Peak, 11815 ft. Er zijn veel ranches vandaag. Niet heel groot, maar wel netjes en met veel koeien. 
Van de Peaks to Craters SB gaan we naar de Sawtooth SB, naar de Ponderosa Pines SB en eindelijk zien we weer eens wild. Een (Jan ziet er 2) pronghorn en die laat zich ook fotograferen terwijl we langsrijden. Op het nippertje gesnapt.



Door roadworks hebben we wat vertraging op ongeveer een kwartier van de camping. Scherpe bocht naar rechts en bijna 1 km over een zeer slechte onverharde weg. Het is weer een prachtige camping, zeker nu in het naseizoen. First come, first served en bij lange na niet vol. Wij kiezen pull through 13 en staan meteen waterpas (genoeg). Even het envelopje (in)vullen en voor $7,50 omdat we een America the Beautiful pas hebben, wat heeft die zijn geld opgebracht zeg, mogen we hier vannacht staan. We horen het ruisen van het riviertje en proberen een paar keer een fatsoenlijke foto van de blue jays te maken die hier nogal nerveus heen en weer vliegen. Het is een heerlijke 25 graden als we aankomen en gaan dan ook lekker buiten zitten lezen en schrijven met ons biertje en chippie erbij. Wat zijn we toch goed in het campings uitzoeken πŸ˜‡


We eten gemarineerde varkenshaas van de bbq met gebakken aardappels en sla en zitten na het eten gezellig te kletsen, maar de afwas gaat weer niet vanzelf πŸ˜’, dus dat moet ook nog. 
De blue jay zat in de boom naast ons te roepen en op het moment dat ik, door het raam, een foto wilde maken was hij weer weg. Het klonk dus eigenlijk als nananananana. Pestkop 😝
Ik zit helemaal in mijn boek, maar we gaan toch nog een aflevering van Lone Star kijken en na nog een paar bladzijden doen we het licht uit.

Gereden: 286 km

Soundtrack of the day: Lunar Dreams - James Horner - Apollo 13


Volgende dag